Hoe schrijf je SEO-gericht zónder copywriter?

1. Bepaal eerst je keywords

Keywords zijn de zoektermen en zinnetjes die potentiële klanten intikken in Google om jouw diensten en producten te vinden. Schakel een SEO-specialist in en die zal voor jouw branche en in jouw regio een grondig keywordonderzoek beginnen.

Maar met een portie gezond verstand en de suggesties van de Google zoekbalk kom je ook al ergens. Stel zo een lijst van zoektermen samen waarop je wil gevonden worden. Gebruik die termen regelmatig in je teksten. Denk daarbij ook aan synoniemen.

2. Schrijf met structuur

Lezers willen natuurlijk zo snel mogelijk de informatie vinden waarnaar ze op zoek zijn. En ook Google “leest” jouw website aan de hand van de structuur op de webpagina’s. Daar zijn bepaalde “regeltjes” voor, wist je dat?

Je tekst indelen met tussentitels en behapbare alinea’s is bijvoorbeeld al van SEO-levensbelang. Verwerk zeker ook je keywords in de titels. Per alinea stip je de belangrijkste woorden best even aan in het vet. En mag er gerust wat tekst op een pagina staan? Ga dan voor minimaal 600 woorden.

3. Schrijf zoals je spreekt

Als laatste bemerking kan het absoluut niemands intentie zijn om ellenlange zinnen te produceren met uiterst complexe woorden en misplaatste zinsneden waarin jouw publiek zich abrupt verslikt en aldus de zin helemaal opnieuw dient te aanschouwen.

Get the idea?

De gouden regel: schrijf zoals je spreekt. Altijd. Overal. We noemen dat ‘in dialoogvorm’ schrijven. En mensen lezen dat het liefst. Echt waar. Ook de boodschap blijft veel beter hangen zo. Een betere leesbaarheid zorgt voor bezoekers die graag wat langer op je site blijven plakken. En dat pikt Google dan weer op.

Enkele concrete tips voor leesbare teksten?

• Hou je zinnen kort en zoveel mogelijk enkelvoudig. Dus met maar 1 werkwoord erin. Hoe meer punten en komma’s er staan, hoe beter.
• Gebruik veel verbindingswoorden: en, maar, dus, zoals, toch, daardoor… En zinnen mogen hier gerust mee beginnen, jawel!
• Ban schrijftaal voor eeuwig uit je woordenschat. Zeg ‘eerst’ en niet ‘aanvankelijk’, ‘auto’ en niet ‘voertuig’, ‘sturen’ en niet ‘zenden’. Genoeg ‘ambtenarees’ te vinden op het net, trouwens!
• Kies voor positieve taal en woorden. Zeg ‘Bel me gerust’ in plaats van ‘Aarzel niet me te contacteren’.
• Schrijf met actieve werkwoorden, vermijd passieve zinnen. “De goederen zullen door ons verstuurd worden op 8 mei” wordt dan “Wij leveren uw bestelling op 8 mei.” Of beter nog: “U krijgt uw bestelling op 8 mei.”